Het ministerie van Ruimtelijke Ordening en het kenniscentrum voor studentenhuisvesting Kences concludeerden de afgelopen weken dat het kamertekort onder studenten de komende jaren zal dalen door een combinatie van meer aanbod en minder vraag naar studentenaccommodatie. Vastgoedadviseur CBRE publiceert vandaag een rapport dat het tegenovergestelde laat zien. Uit het rapport blijkt dat studenten in grote mate in reguliere huurwoningen wonen en dat het aanbod hiervan over de komende jaren sterk zal dalen. De toekomstige pijplijn aan studentenaccommodatie waar het ministerie over spreekt zal volgens CBRE verdubbeld moeten worden om de tekorten in studentenhuisvesting weg te werken.
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat iets meer dan de helft van de studenten in Nederland op zichzelf woont. Het type huisvesting onder deze studenten is divers, waarbij 33% van de uitwonende studenten in woningen van private verhuurders woont die niet specifiek voor studenten bedoeld zijn. Met name dit type woningen heeft als gevolg van fiscale maatregelen zoals het verstrengde box-3 regime, de verscherping van de eisen voor onzelfstandige verhuur en de verruiming van het gereguleerde middensegment een grotere kans om op termijn uit het aanbod te verdwijnen.
Thomas Westerhof, Head of Residential Investment Properties CBRE: “Studenten concurreren in deze steeds krapper wordende woningmarkt met werkenden, waardoor zij vaker het onderspit delven in hun zoektocht naar deze schaarse huurwoningen. Hoewel er dus meer studentenkamers bijkomen, is de verwachting dat het aanbod op de reguliere markt dusdanig daalt, dat de huisvestingssituatie in de meeste studentensteden de komende jaren juist verergert.”
Tekorten lopen op
In steden zoals Amsterdam, Groningen, Tilburg en Rotterdam dreigt door de cocktail van het krimpende reguliere aanbod waarvan een grote groep studenten afhankelijk is, samen met de beperkte aanwas van nieuwe studentenhuisvesting, al op korte termijn een nijpend tekort aan studentenhuisvesting te ontstaan. Ook in kleinere studentensteden met een zeer beperkte voorraad aan studentenhuisvesting, zoals Haarlem, Zwolle en Den Bosch zal de situatie voor studenten verergeren.
Om de druk op de studentenhuisvestingsmarkt enigszins te drukken, wil het kabinet de instroom van buitenlandse studenten, inmiddels 13,7% van de studenten, bij Nederlandse opleidingen beperken. Het moet echter nog blijken of deze maatregel op korte termijn voor verlichting van de woningmarkt kan zorgen. Omdat universiteiten financieel, maar ook vanuit academisch perspectief nog steeds dusdanig gebaat zijn bij internationale studenten, zouden ze zichzelf met een minder grote instroom in de voet schieten.
Westerhof benadrukt: “Het tekort aan studentenwoningen zal alleen maar groter worden door het wegvallen van aanbod in de reguliere huursector. Om dit tekort effectief aan te pakken zijn twee zaken belangrijk: het bouwen van meer huurwoningen over de breedte van de woningmarkt en het faciliteren van gunstige randvoorwaarden voor het verhuren en bouwen van studentenwoningen. Met name een herziening van het WWS-puntenstelsel voor onzelfstandige woningen en het wegnemen van barrières voor (tijdelijke) nieuwbouw kan voor verlichting van het kamertekort zorgen.”